Thermosulit 10.2

Reflecterende thermische isolatie


Plaatsing van de Thermosulit 10.2

Isolatie langs buitenaf op de kepers

  1. Rol de Thermosulit 10.2 uit in horizontale stroken, te beginnen bij de onderkant van het dak.
  2. Niet de Thermosulit 10.2 rechtstreeks op de kepers (nietjes van 14 mm).
  3. Plaats de stroken rand tegen rand, zonder lege ruimte en verdikking.
  4. Gebruik de vlakke aluminium overlapping van 7 cm om tussen de stroken een dakpansgewijze overlapping uit te voeren.
  5. Verzeker een volledige afdichting van de overlapping met de meegeleverde brede aluminium tape van 75 mm.
  6. Bevestig tengellatten ter hoogte van elke keper.
  7. Verzeker een volledige water- en luchtdichtheid van de uitvoering.
  8. De dakbedekking uitvoeren en voldoende ventilatie voorzien tussen de Thermosulit 10.2 en de dakpannen dankzij een geventileerde nok en/of ventilatiepannen.

Isolatie langs binnenuit onder de kepers

  1. Rol de Thermosulit 10.2 uit en bevestig het in horizontale banen onder de kepers, te beginnen bij de bovenkant van het dak.
  2. Niet de Thermosulit 10.2 rechtstreeks onder de kepers (nietjes van 14 mm).
  3. Plaats de stroken rand tegen rand, zonder lege ruimte en verdikking.
  4. Gebruik de vlakke aluminium overlapping van 7 cm om aan de buitenzijde een dakpansgewijze overlapping uit te voeren.
  5. Verzeker aan de binnenzijde een volledige afdichting van de overlapping met behulp van de meegeleverde brede aluminium tape van 75 mm.
  6. Bevestig het latwerk alvorens de afwerking te plaatsen (gipsplaten, interieurbekleding, lambrisering, enz.).
  7. Indien het dak niet over ventilatiepannen beschikt, voorzie er om een goede luchtcirculatie tussen de Thermosulit 10.2 en de pannen te verzekeren.

Belangrijke opmerkingen

  • Het is van essentieel belang dat de uitvoering volledig dicht is. In geen enkel geval mag lucht tussen binnen en buiten circuleren. Hiervoor moeten alle overlappingen afgedicht worden, maar ook alle verbindingen tussen de Thermosulit 10.2 en het gebouw.
  • Zoals bij alle dunne thermisch reflecterende isolatie:materialen moet langs beide zijden van de Thermosulit 10.2 een luchtlaag van minimaal 15 mm aanwezig zijn. Aan de buitenkant moet deze luchtlaag worden geventileerd (geventileerde nok en/of ventilatiepannen).
  • In geval dat de Thermosulit 10.2 wordt gebruikt in samenwerking met een traditioneel isolatiemateriaal moet de Thermosulit aan de binnenzijde aangebracht worden zodat het vezelachtig isolatiemateriaal kan ademen en zijn vochtigheid naar buiten kan laten afvoeren.
  • Wanneer de Thermosulit 10.2 geplaatst wordt bij vochtig weer, bij dauw of bij lichte regen moet het aluminium oppervlak goed afgedroogd worden met een doek alvorens de aluminium tape erop te plakken. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht wordt genomen, is het mogelijk dat de tape niet optimaal zal hechten.